De bijbel vertelt niets over zijn jeugd

De Bijbel vertelt niks over Jezus’ jeugd. Gelukkig zijn er andere oude bronnen. Die onthullen dat Jezus een driftig en brutaal ettertje was. Hoe was het kindeke Jezus? Was het een aardig ventje? Het Nieuwe Testament geeft hierop helaas geen antwoord. Dat vertelt ons uitsluitend iets over het baby’tje Jezus in de kribbe, en over de volwassen Jezus. Daartussenin: niets. Het enige verhaal over zijn jeugdjaren is te vinden in het Evangelie van Lucas. Toen Jezus twaalf jaar oud was, zou hij in de tempel in Jeruzalem gediscussieerd hebben met de daar aanwezige leraren. Allen die hem hoorden, stonden versteld van zijn inzicht en zijn antwoorden’, aldus Lucas. Dat zal wel. Gelukkig beschikken we over meer jeugdverhalen – stuk voor stuk veel interessanter dan dit soort vrome praatjes. Verhalen over de jeugd van Jezus waren in de eeuwen na zijn dood erg populair. Dat de geschriften waarin deze zijn vermeld niet in het Nieuwe Testament zijn opgenomen, was een betreurenswaardig besluit van een aantal knorrige kerkvaders. Hadden ze dat maar gedaan. Dan was Jezus er zoveel interessanter op geworden. Gelukkig zijn die geschriften niet verloren gegaan. En zo weten we dat de kleine Jezus echt een babbelkous was. En een echte dwingeland. En dat al vanaf zijn geboorte. Toen Maria, met Jezus nog aan de borst, op een dag onder een palmboom wilde rusten, zo vertelt het Evangelie van pseudo-Mattheus, begon de kleine spruit tegen de boom te praten: Toen zei het kind Jezus, dat glimlachend rustte aan zijn moeders borst, tegen de palm: Buig voorover, boom, en verkwik mijn moeder met je vruchten. En ogenblikkelijk, op zijn bevel, boog de palm zijn kroon tot de voeten van Maria, ‘en ze plukten er vruchten van tot ze allemaal verkwikt waren.’ En omdat zijn moeder ook nog dorst had, zei Jezus tegen de boom: ‘Open onder je wortels een waterstroom die verborgen in de grond is, en laat daar water uit stromen om ons te bevredigen.’ Eenmaal in korte broek ging Jezus gewoon door met het verrichten van wonderen. Zo boetseerde hij als kleine jongen een keertje uit klei twaalf mussen. Of ze ergens op leken, vertelt het verhaal (uit de Jeugdvertellingen van Thomas) ons niet, maar toen enkele joden begonnen te zeuren dat je op de sabbat (want het was sabbat) niet mocht kleien, had de kleine Jezus geen zin om ze plat te slaan: ‘Jezus klapte in zijn handen en riep tegen de mussen: ‘Verdwijn, vlieg weg! En vergeet mij niet, nu jullie leven! 'De mussen sloegen hun vleugels uit en vlogen met luid getjilp weg.’ Dit vogelverhaal was zó populair dat het uiteindelijk zelfs in de Koran is terechtgekomen. Daarin krijgen de vriendjes van de kleine Jezus, voordat hij vogeltjes gaat kleien, eerst een uiterst pedant preekje te horen: ‘Ik ben tot jullie gekomen met een teken van jullie Heer: dat ik voor jullie uit klei iets als de vorm van een vogel zal scheppen, er dan in zal blazen en dat het dan met Gods toestemming een vogel zal zijn.’ Alhoewel, had Jezus eigenlijk wel vriendjes (of vriendinnen)? Hij was namelijk een behoorlijke driftkop en met zijn gave zit een ongeluk in een klein hoekje. Thomas vermeldt dat een zoon van een schriftgeleerde (een joodje dus, dat detail maakte het voor de eerste christenen al veel minder erg) een keer een vijvertje liet leeglopen dat door Jezus met water was gevuld. Jezus riep: ‘Vervloekt ben je, goddeloze idioot! Je zult als een boom verdorren!’ En, aldus Thomas, ‘Op hetzelfde moment verschrompelde de jongen volledig.’ Dat was dus een speelkameraadje minder. Een andere keer rende een jongen tegen Jezus op. De driftige Jezus riep: ‘Je gaat niet verder!’ Thomas vertelt: ‘Op hetzelfde moment viel de jongen dood op de grond.’ Dat was nummer twee. Toen zijn vader Jozef hem daarna vroeg om het wat kalmer aan te doen, werd Jezus nog kwaad ook. Toegegeven, Thomas vertelt ook dat Jezus een paar kinderen uit de dood heeft doen opstaan. En hij kon ook houten planken uitrekken, zodat zijn vader, die timmerman was, eigenlijk geen zaag nodig had. Maar onderwijs was aan Jezus niet besteed. Toen een leraar hem het Griekse alfabet wilde leren, werkte de kleine Jezus zó op zijn zenuwen dat hij het rotjoch een draai om de oren gaf. In die tijd doodnormaal, maar Jezus ‘vervloekte hem, zodat de leraar onmiddellijk het bewustzijn verloor en met zijn gezicht op de grond viel.’ Aan het slot van de verhalen van Thomas vinden we het verhaal van Jezusje in de tempel, die de joodse leraren versteld doet staan. En alleen dat ene brave verhaaltje vond Lucas geschikt om in zijn evangelie op te nemen.Jammer. Als hij wat minder pietluttig was geweest, hadden we nu een heel ander beeld van Jezus gehad. Een soort Palestijnse Pietje Bell. Hiermee zijn we aan het einde gekomen van deze korte verhandeling over hoe de jeugd van Jezus had kunnen zijn. We hopen dat u het leuk vond en wensen u het allerbeste

Bron-vermelding: